Werken in het onderwijs

Werken in het onderwijs

De arbeidsmobiliteit in het onderwijs verandert snel. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het artikel hieronder uit 2010. tegenwoordig kampt het onderwijs met een enorm leraren tekort. Wellicht is de les die getrokken kan worden dat er veel en misschien wel meer aandacht moet zijn voor duurzaamheid in het onderwijs personeelsbeleid. Een loopbaan traject gericht op onderwijs personeel kan daar uiteraard bij helpen.

Hieronder treft u het gedeelte mobiliteit uit de nota “Werken in het onderwijs”. De Nota Werken in het onderwijs (WIO) 2011 is op 21 september 2010 gepubliceerd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap als bijlage van de miljoenennota.

Mobiliteit

De afgelopen jaren was er geen zicht op de mobiliteit in het onderwijs. Dit jaar zijn daar gegevens over vrijgekomen. Uit de Voortgangsrapportage Actieplan Leerkracht bleek dat netto ongeveer 6 procent in het po en 8 procent in het vo van de leraren in het eerste jaar na indiensttreding vertrekt. Na vijf jaar liggen deze percentages op 15 procent in het po en 20 à 25 procent in het vo. Echter niet alle vertrekkers keren het onderwijs definitief de rug toe. Bekend is dat een goede begeleiding van starters de uitstroom beperkt. Outplacementbureau Onderwijs-Herstart kan hier een bijdrage aan leveren. Onderwijs-Herstart biedt namelijk naast outplacementtrajecten waarbij de zoektocht naar een nieuwe baan voorop staat ook trajecten aan waarbij werknemers actief in het onderwijs een speciaal programma kunnen doorlopen dat de ongewenste uitstroom aanzienlijk zal verminderen.

De mobiliteit is bij jongeren hoger dan bij leraren in de leeftijdscategorie 35 tot 60 jaar. De mobiliteit is, met name in het po, hoger onder mannen dan onder vrouwen. In het vo daarentegen vertrekken vrouwelijke leerkrachten van 45 tot 60 jaar relatief vaker uit het onderwijs dan mannen.